Skip to content
Est. JUNI 2015

Laat ons weer eens juichen

Juichen is niet meer wat ’t geweest is. De spontane vreugde-uitbarsting na een doelpunt die we nog kennen van vroegere jaren is niet meer. Er zijn vele do’s en don’ts waar doelpuntenmakers tegenwoordig maar beter rekening mee kunnen houden,

De Abe Lenstra’s en Faas Wilkes’en van deze wereld hadden het maar makkelijk. Gewoon de borst vooruit en twee armen gestrekt de lucht in na een voltreffer. Hij zit! Verder geen poespas. Korte felicitatie van de ploeggenoten en dan, hup, in gezwinde draf terug naar de aftrap.

Marco van Basten bekende ooit dat scoren hem een oceaanvreugde bezorgde. Niettemin juichte San Marco altijd tamelijk ingetogen na wéér een treffer. Op die koddige handstand in Ierland na dan, nadat Ruud Gullit ons na een 2-0 achterstand alsnog in de race voor het EK van 1984 had gehouden.

Vele voetballers worden herinnerd aan hun manier van juichen. Roger Milla danste de lambada met de cornervlag, Mike Obiku deed het bij voorkeur zonder shirt, Hugo Sanchez sloot vaak af met een salto, Bebeto wiegde zijn pasgeboren baby, Pi-Air vierde het met een onvervalste buikschuiver, terwijl Arjen Robben het glijden op de knieën tot in de perfectie beheerste – niet aan te raden op die kunstgrasvelden van tegenwoordig trouwens. Ook de uitzinnige Marco Tardelli (WK-finale 1982) en Diego Maradona die met bloed doorlopen ogen voor de tv-camera een WK-treffer viert, staan bij menigeen nog op het netvlies gebrand.

Waar het ooit is misgegaan? Ik kan er geen vinger op leggen. Misschien was het wel het weghalen van de hekken uit de stadions. Aan de ene kant een zegen voor het voetbal natuurlijk, maar spelers én fans die heerlijk in de hekken konden hangen om een treffer te vieren, ja, dat had toch wel wat.

Het afschaffen van de staantribunes hielp natuurlijk evenmin. Op YouTube zijn nog wel filmpjes (doelpunt Jan van Dijk tegen Atlético!) te bekijken van de wijze waarop de tribune aan de Zaagmuldersweg heerlijk voorover kon vallen na een FC-goal. Als ervaringsdeskundige weet ik dat je bij een (bijna) goal de gast voor je maar beter een beste douw kon verkopen. Na één keer niet opletten had je je lesje wel geleerd. Het wat lullige hupje waarmee mister FC Groningen zijn Atlético-treffer vierde, is trouwens op geen voetbalveld ooit meer waargenomen – en terecht.

Was PSV-spits Mateja Kezman de eerste die met zijn manier van juichen op de zenuwen van de (fans van de) tegenstander werkte? Vast niet, maar toch. Na iedere treffer, en dat waren er nogal wat, wees de Serviër met z’n duimen op de naam achter op z’n shirt, opdat de mensen de naam van de schutter toch maar vooral niet vergaten. Het werd bijna net zo irritant gevonden als het weglopen van een spits na een intikker, om z’n eigen feestje te vieren in plaats van de aangever even te bedanken voor die panklare assist. Het danken van het opperwezen wordt daarentegen, ook door de agnosten onder ons, weer zonder morren geaccepteerd.

Wel weer irritant: die 180 graden sprong van Cristiano Ronaldo, al zijn er wereldwijd miljoenen knulletjes die het prachtig schijnen te vinden en het tot in den treure nadoen. De twee vingers in de oren van Memphis Depay schijnt ook niet door iedereen te worden gepruimd. Net zoals het vingertje op de lippen van een spits die na tien wedstrijd droog te hebben gestaan, ein-de-lijk weer eens heeft gescoord en die daarmee z’n criticasters het zwijgen wil opleggen.

Ook not done, zo weten we inmiddels: juichen voor het publiek van de tegenstander. Kevin van Veen kan er intussen van meepraten. Het leverde de FC-spits na zijn uitbarsting bij NAC niet alleen een gele kaart en een bierdouche op, maar ook nog eens karrevrachten aan Bredase kritiek. De achterliggende gedachte van zijn feestje (wraak vanwege het doodwensen van zijn nog ongeboren baby) deed al niet eens meer ter zake. Sterker: dat werd soms niet eens geloofd. ‘Pure provocatie, die dieprood had verdiend.’

Virgil van Dijk deed het afgelopen week nog eens dunnetjes over. Wat hij in Athene liet zien, was natuurlijk niets minder dan een Van Veentje: nadat hij Oranje’s winnende strafschop had ingeschoten, lardeerde hij zijn juichen met een uitgestoken tong in de richting van de Griekse fans. Geërgerd als hij was door dat doorlopende geschijn met die bloedirritante laserpennetjes.

Het meest opvallende van alles: van Tilburg tot Groningen en van Glasgow tot Liverpool vonden ze het een bazenactie van Van Dijk. Zélfs vanuit Breda – los van een verdwaalde Gyros-boer – was er in tegenstelling tot een week eerder geen kritiek meer te horen. Raarrr. •

De column verscheen eerder op RTV Noord.

Waardeer dit artikel!

Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten zien door een kleine bijdrage te doen. Reuze makkelijk, via bijvoorbeeld iDEAL. Bedankt alvast!

Mijn gekozen waardering € -
Back To Top