Ga naar hoofdinhoud
Est. JUNI 2015

Jan Mulder – grote broer, voetballer, schrijver en tv-persoonlijkheid – wordt 80

Dat Jan Mulder na zijn carrière als voetballer ook nog naam maakte als columnist, schrijver en als veel en graag geziene gast aan menig talkshowtafel, doet volgens hemzelf helemaal niet ter zake. ‘Columnist? Ha. Wat een onzin. Ik ben voetballer!’ Vandaag, 4 mei, wordt hij 80 jaar. Bij deze een ode aan de jarige job.

Maar meteen even een disclaimer. Dit wordt geen objectief artikel. De schrijver is namelijk fan. Vooral van zinsneden als deze, over zijn geboortedag 4 mei 1945: ‘Vanaf die dag is het hier nooit meer oorlog geweest.’ Jan Mulder wil er maar mee zeggen: vanaf zijn geboorte hebben wij hier met z’n allen heel veel geluk gehad.

Mulders wieg staat in Bellingwolde, aan de Noorderstraat 20b, lezen we in zijn prachtige en bijna vuistdikke biografie. In de voorkamer van opa Jan en oma Hillechien, als zoon van schoenmaker Geert en moeder Annie. ”s Nachts om kwart over drie trekt hij voor het eerst zijn mond open voor een verongelijkte schreeuw.’

Er zullen er nog vele volgen.

Jan Mulder: de grote broer

‘Jan en ik schelen 11,5 jaar’, zegt Henk Mulder, bruier van Jan. Henk was een jaar of acht toen zijn grote broer als voetballer naar het Belgische Anderlecht vertrok. ‘In de vakantie bracht mijn vader me naar de trein in Winschoten’, vertelt Henk. ‘Hij zei dan tegen de conducteur: jij zorgt ervoor dat hij in Brussel komt. Zo ging ik, als negenjarige, in m’n eentje via Groningen, Utrecht en Breda met de trein naar Brussel. Dat kon toen nog.’

Henk had niet het talent van Jan. ‘Al kon ik er ook wel wat van, hoor. Ook ík speelde op m’n zeventiende al in het eerste van WVV. Onze vader overleed toen ik dertien was. Als hij niet was overleden, was ook jij prof geworden, zei mijn moeder weleens. Tja, zeg het maar.’

Natúúrlijk hoorde Henk Mulder af en toe wel wat er langs de kant van het veld gezegd werd. ‘Hij is nait zo goud as zien bruier, werd er dan geroepen. Dat hoorde ik best, maar dat interesseerde me niks. Ik voetbalde voor mezelf, wilde lol hebben.’

Onze moeder heeft eens gezegd dat ik beter kon voetballen dan Jan

Overigens deed moeder Mulder eens een opvallende ontboezeming. Zoon Henk: ‘M’n moeder is 95 geworden, en toen ze al dik in de 80 was, werd ze eens geïnterviewd door een blad dat Het Noorden heette. En daarin had ze gezegd dat ik de betere voetballer was. Belde Jan op. ‘Wat lees ik nou? Mam zegt dat jij beter was dan ik!’ Ja, als zij dat zegt, dan zal dat wel, haha.’

Jaren later, op haar crematie, kwam dat nog eens ter sprake. ‘Daar sprak Jan eerst, en daarna ik. ‘Mijn moeder had meer verstand van voetbal dan Louis van Gaal’, zei Jan tijdens zijn speech. Toen ik na hem het woord kreeg kon ik Jan alleen maar gelijk geven, en haalde die uitspraak van haar in dat blad nog maar eens aan. ‘Ze had er écht verstand van’, zei ik.’

Maar jaloers, op zijn profvoetballende broer? Welnee joh! ‘Nee, natuurlijk niet. Dat gun je elkaar toch? Andersom ook hoor. Ik zat laatst in een podcast met de broer van Luciano Valente, toen werd er ook naar gevraagd. Nee, afgunst heeft nooit gespeeld.’

Jan Mulder: de voetballer

Jan Mulder werd, zegt hijzelf in 2023 nog maar eens bij RTVGO, gevormd door de in Winschoten en ver daarbuiten legendarische trainer Engel Wubs. Die levert in de jaren zestig, behalve Jan Mulder, óók Klaas Nuninga, Arie Haan, Hans Wortelboer, Sietze Veen en Henny Mellema af.

Wubs’ geheim? Discipline, om te beginnen, zegt hij in 1965 in het Vrije Volk. En: tweebenigheid. ‘Want dat moet. Iedere jongen die bij WVV komt, leert met links en rechts schieten. Anders worden het nooit goede voetballers.’

Als de tiener Jan Mulder uitblinkt op een toernooi waaraan ook het Belgische Tienen meedoet, gaat het balletje rollen. Anderlecht wordt getipt. Het grote, chique Anderlecht. Paarswit. In Winschoten houden ze de boot nog even een jaartje af. Jan moet eerst z’n HBS-diploma nog maar even halen, vindt vader Mulder. Maar daarna gaat het avontuur dan toch écht beginnen. Jan Mulder gaat in Brussel een ton per jaar verdienen en bedingt tevens een fraaie sportwagen: een prachtige MG-B.

Maar hoe goed was Jan Mulder nou eigenlijk? Als klassieke midvoor speelt hij in de kracht van zijn leven immers in het paarswit van Anderlecht. Met andere woorden: voor de Nederlandse kennersogen toch wat buiten beeld en uit de picture. Van zijn 128 doelpunten in 170 wedstrijden (vier landstitels) zien we in Nederland hooguit een glimp.

Voor wie hem niet heeft zien voetballen: Jan Mulder was zeker zo goed als Marco van Basten en Ruud van Nistelrooij

Als we Paul van Himst mogen geloven – door menigeen beschouwd als de beste Belgische voetballer aller tijden – dan was Jan Mulder héél goed. ‘Ik heb altijd gezegd, en dat klinkt misschien raar’, aldus Van Himst, ‘maar voor mensen die Jan Mulder niet hebben zien voetballen: hij was zeker zo goed als Marco van Basten en Ruud van Nistelrooij.’

Van Himst, destijds dé vedette van Anderlecht, heeft nog een mooie anekdote, onder het motto verschil moet er zijn: ‘Ik kocht in die periode een nieuwe auto. Omdat ik toch wel aardig verdiende, werd dat een sportauto.’ Jan Mulder had er ook één. ‘Maar ik had de mijne betaald en Jan had de zijne gekregen.’

In een column in Humo komt Mulder daar nog eens op terug, op die twee MG’s. ‘Van Himst plaagt me daar al zestig jaar mee.’

Na Anderlecht komt Jan Mulder, achteraf gezien in z’n nadagen als gevolg van een onwillige knie, nog bij Ajax terecht. En dat terwijl broer Henk zijn hart tien jaar eerder had verpand aan Feyenoord. ‘Dat kwam’, zegt deze, ‘doordat wij in 1962 voor het eerst televisie kregen. Dat was het jaar dat Feyenoord in de halve finale van de Europa Cup tegen Benfica moest, met al die fans op die boot, de Grote Beer. Daardoor werd mijn liefde voor Feyenoord bijna een automatisme.’

Ajax? Hoe kun je dat nou doen, vroeg ik. Ja, ik wil met Cruijff voetballen, zei Jan

>Hoewel… Bijna was het Feyenoord geworden, bekent Mulder in zijn biografie. De Rotterdammers schrikken zich echter een hoedje van zijn salariseisen. ‘Daar krijgt een paard de hik van’, zegt manager Fred Blankemeijer. Als ook Ajax interesse toont, wil Feyenoord ineens wél in de buidel tasten, en kan Mulder ‘wel een miljoen gulden’ handgeld krijgen.

Feyenoord en Anderlecht hebben een deal, maar Mulder heeft z’n zinnen gezet op Ajax. De lokroep van Johan Cruijff is te sterk.

Als er tussen Jan en Henk Mulder wordt gepraat, dan gaat het nog altijd vaak over voetbal. ‘Waarbij Jan de romanticus is en ik de pragmaticus’, zegt de laatste. ‘Net als zijn zoon Youri trouwens. Dan kijken we elkaar aan als Jan weer wat roept. ‘Het gaat wél om de punten’, zeggen wij dan.’

Over romanticus gesproken. Jan Mulder heeft Bellingwolde in zijn paspoort staan, terwijl zijn beide zoons Youri en Geret zijn geboren in Brussel. ‘Bij beiden staat Anderlecht in het paspoort. Ben ik wel jaloers op.’

Jan Mulder: de schrijver

Zoals gezegd: ik ben fan. Van de schrijver/columnist Jan Mulder. Die liefde dateert al van begin jaren tachtig. Ik moet een jaar of 15, 16 zijn geweest. In het voetbalmaandblad Elf las ik in 1981 voor het eerst een column van zijn hand. ‘Houveul hest zet? Vare. Veurige weke zeum’, luidde de titel. Dat was al om van te smullen. Het was de woordenwisseling tussen Jantje Mulder en de Winschoter slager Roege die de vonk bij mij deed overslaan. Ik was meteen verkocht.

Ik was zeven jaar en het zat er al in. Ik zette meer goals dan de andere pupillen. Het duurde niet lang of de mensen in de straat begonnen er lucht van te krijgen en vroegen zaterdagsmiddags hoeveel ik had gezet.

Slager Roege: Houveul hest zet?
Jan Mulder: Vare. Veurige weke zeum.
Slager Roege: Hier, hest n plakje.
Jan Mulder: Dankjewel Roege.

Dat schrijven begint ergens halverwege de jaren zeventig. Jan Mulder is weer eens geblesseerd, waarop NRC Handelsblad hem vraagt om een dagboekje te schrijven. Dagboek van een geblesseerde Ajax-spits, zoiets. Hij beschrijft hoe hij met zijn zonen Youri en Geret een tentoonstelling van een Zwitserse kunstenaar bezoekt. Bij De Tijd zijn ze onder de indruk – eindelijk iemand die met enige afstand en een beetje eigenzinnig over sport kan schrijven. De columnist Jan Mulder is geboren.

‘Dat schrijven’, zegt bruier Henk, ‘dat hadden we we trouwens wel van onze moeder. Thuis spraken wij Gronings. Alleen was zij wel zo slim dat ze zei: Gronings en Nederlands zijn twee verschillende talen. Die haal je niet door elkaar. Wij hebben van haar ook zeker meegekregen dat wij de Nederlandse taal goed moesten beheersen.’

Jan Mulder bekende overigens enige tijd geleden dat zijn broer Henk, nadat hun moeder overleed, nog de enige persoon is met wie hij Gronings spreekt.

Henk: ‘Dat klopt. Weet je wat trouwens grappig is? Jan spreekt met zijn vrouw Johanna Nederlands, terwijl zij en ik weer Gronings met elkaar praten. Gronings is ook eigenlijk mijn eerste taal. Mezelf in het Gronings uitdrukken gaat me vaak net even iets makkelijker af. Maar of dat voor Jan ook nog altijd geldt? Denk ‘t niet.’

Jan Mulder schrijft zich vanaf midden jaren zeventig een slag in de rondte. Columns voor HP/De Tijd, Elsevier, Elf, de Volkskrant, Playboy, Dagblad van het Noorden. Een dagelijks CaMu’tje, samen met Remco Campert, op de voorkant van de Volkskrant. En Mulder schrijft ook boeken. Opmars der Strafschopgebieden, Tot u spreekt Jan Mulder, Chez Stans. Diva in Winschoten. Om er maar een handjevol te noemen.

Mulder kon beter voetballen dan ik, was handiger met vrouwen en reed in mooiere auto’s

In een column in 2010 steekt ook Johan Derksen zijn bewondering voor Jan Mulder niet onder stoelen of banken. ‘Voor Mulder bestond er geen zwart gat. Nadat hij was afgekeurd als profvoetballer, begon zijn leven pas echt. Hij werd geen anonieme sigarenboer, maar een flamboyante tv-persoonlijkheid, een begenadigd schrijver en een gerespecteerd columnist van kwaliteitskranten’, schrijft Derksen.

Eigenlijk vond Derksen zichzelf een Ali Express-uitvoering van Mulder. Want Mulder vertrok naar Anderlecht, terwijl Derksen tekende bij Go Ahead. Mulder kreeg daar een MG-B, Derksen reed een Austin Seven. Mulder dineerde bij Chez Stans in Brussel, Derksen hing aan de bar in de Witte Bal in Assen.

‘Ik moet concluderen dat hij eigenlijk overal beter in was’, aldus De Snor. ‘Mulder kon beter voetballen, ging handiger en zeker verstandiger met vrouwen om, reed in mooiere auto’s, kon beter schrijven en heeft een uitstraling op de televisie waarvan ik alleen maar kan dromen.’

Jan Mulder: de praatjesmaker

Midden jaren negentig wordt Jan Mulder ontdekt als praatjesmaker annex tv-persoonlijkheid. Zijn ontdekkers: Frits Barend en Henk van Dorp. ‘Rondom het EK’96 in Engeland reisden wij het Nederlands elftal achterna met een dubbeldekker’, herinnert Barend zich. ‘Jan was kort daarvoor bij ons te gast geweest. Dat deed-ie dermate leuk, dat we hem vroegen als een soort van vaste sidekick. Waarbij hij mocht inbreken en zijn zegje doen wanneer hij wilde. En dat werkte.’

Twee jaar later, tijdens het WK’98 in Frankrijk, wordt Villa BvD een dagelijks programma. Het wordt een doorslaand succes. Zelfs dermate, dat Barend en Van Dorp na het toernooi bij RTL aankloppen. Ze vragen de omroep om een dagelijkse late night talkshow. ‘We hebben Jan gevraagd of-ie ook daar elke avond als tafelheer wilde aanschuiven. Nou, dat vond-ie enig. Vervolgens hebben we zeven jaar lang iedere avond met hem aan tafel gezeten.’

Ik was de laatste man, Henk van Dorp de vormgever en Jan kopte ‘m in

Wat Jan Mulder als sidekick zo goed maakt? ‘Zijn onbevangenheid’, zegt Barend, ‘zijn alertheid. Hij vulde ons goed aan. Henk en ik vulden elkaar aan, Jan vulde ons aan en wij vulden Jan weer aan. Het was die wisselwerking. We waren complementair, net als in een elftal. Ik was bij wijze van spreken de laatste man, Henk was de vormgever en Jan kopte ‘m in.’

In Nederland wordt Mulder – nadat Barend & Van Dorp er in 2005 mee ophoudt – nóg weer een stukje wereldberoemder dankzij De Wereld Draait Door. Daarin mag hij al mopperend, fulminerend en quasi boos iedere maand zijn top-5 aan ergernissen ventileren. Dat is natuurlijk helemaal op zijn lijf geschreven.

Zijn mooiste ergernissen gaan over taal. Dan steekt hij bijvoorbeeld eerst de loftrompet over het talenwonder Frans Timmermans (‘Italiaans, Frans, Duits – fantastisch, je kunt er geen vinger tussen krijgen, vlek-ke-loos!’), om de man vervolgens ‘We moeten ons goed beseffen’ te laten zeggen en hem tenslotte helemaal te fileren.

‘Beseffen is geen wederkerend werkwoord! Ik besef me… Ik word er stapel mesjokke van. Ik zou er bijna van naar Den Haag rijden om dit onder z’n neus te wrijven. In alle talen perfect, behalve in het Nederlands…’

Nog eentje dan? Jan Mulder over stopwoorden. ‘Die vuilnisbak aan stopwoordjes kent geen grenzen meer.’ Mulder somt op. ‘Eigenlijk. Gewoon. Nou ja. Ik heb iets van. Even. Beetje. Absoluut. Weet je wel. Gewoon is bezig aan een werkelijk stuitende opmars. En wat denk je van zeg maar? Heeft Pauline Cornelisse dat boekje ‘Taal is zeg maar echt mijn ding’ dan helemaal voor de kat z’n kut geschreven?!’

Jan Mulder: de Groninger

Even is er schrik. Uitgerekend op de sterfdag van Johan Cruijff, op 24 maart 2016, voor een uitzending van DWDD, krijgt Mulder een tia. ‘Ik voelde me warm worden in mijn hoofd’, blikt hij er later op terug. ‘Ik wankelde, begon te transpireren. Toen begon het plafond te draaien en ging ik maar op het bankje van Matthijs van Nieuwkerk liggen.’ Het loopt – gelukkig – met een sisser af.

Mijn tijd is geweest. Het totale negeren van Jan Mulder dien ik als een man te aanvaarden

Mulder woont dan alweer acht jaar (inmiddels bijna zeventien) op zijn geboortegrond, in Nieuwolda, in het geboortehuis van zijn vrouw Johanna. In Nederland is hij nog maar zelden op tv te zien, in België nog wat meer. ‘Daar vragen ze me nog geregeld voor mijn voetbalbabbeltjes’, zegt hij in 2021 tegen het AD. ‘Dat is toch nog wel leuk. Je hebt toch een taakje, een afspraak in je agenda. Het idee dat je nog een beetje leuk meedoet in deze kermis.’

En dat ze hem in Nederland de laatste jaren wat minder vragen, ach… ‘Er is hier sprake van leeftijdsdiscriminatie!‘, zegt hij ter gelegenheid van zijn 75ste verjaardag tegen de NOS. Een jaar later, in 2021, lijkt hij zich ermee te hebben verzoend. Op typisch Mulderiaanse wijze zegt hij in het AD: ‘Zo gaat dat, mijn tijd is geweest. Het totale negeren van Jan Mulder dien ik als een man te aanvaarden…’

Dit artikel verscheen eerder op RTV Noord.

Scroll naar boven