Ga naar hoofdinhoud
Est. JUNI 2015

Maarten van Gent (1947-2025) was slechts twee jaar in Groningen, maar maakte een onuitwisbare indruk

Voor Maarten van Gent begon de victorie in Groningen. Tot de Rotterdammer op 33-jarige leeftijd naar de Martinihal kwam, was hij nog een betrekkelijk anonieme basketbalcoach. Maar nadat hij Donar in 1982 eindelijk z’n eerste (felbegeerde) landstitel bezorgde, was zijn kostje gekocht. Ironisch genoeg beleefde hij in Groningen óók het begin van zijn einde. Vorig jaar mei, bij het helpen van zijn in Stad studerende zoon, kreeg hij last van zijn rug. Het bleken de eerste tekenen van de alvleesklierkanker waaraan hij afgelopen maandag overleed.

Maarten van Gent, die voordien de scepter had gezwaaid bij AMVJ en Frisol, werd in 1980 benaderd om coach van het ambitieuze Nationale Nederlanden Donar te worden. Daar had de Rotterdammer wel oren naar. ‘Donar, dat klonkt goed. Ik wilde ook wel eens kampioen worden’, aldus Van Gent.

Het jaar 1980/1981 werd voor zowel coach als club echter een rampseizoen. De Groningse basketbalclub hikte al jarenlang tegen het allerhoogste aan en leek nog slechts één duwtje nodig te hebben om daadwerkelijk de titel te pakken. Maar onder Van Gent sloeg de ploeg juist de omgekeerde weg in. Na een seizoen vol gekibbel, geruzie en controverse, werd Donar slechts vijfde en zette daarmee feitelijk twee stappen achteruit.

Bek als een scheermes

Middelpunt van al dat gehakketak was steeds dezelfde persoon geweest: coach Maarten van Gent, een Rotterdammer met een bek als een scheermes en die door basketbaljournalist Mart Smeets wel werd vergeleken met de Amerikaanse college-coaches Mike Krzyzewski en Bobby Knight. Die twee waren reuze succesvol, maar stonden geen van beiden bekend om hun fijnbesnaardheid.

Van Gent kwam, zag, had openlijke kritiek op alles en iedereen en lag overhoop met (vooral) het bestuur en enkele van zijn zijn spelers. De organisatie deugde niet, Groningen was een stad van niks, (publiekslieveling) Renso Zwiers was te dik, (vedette) Jimmy Dijkstra had te lang haar en guard John Franken was een ‘born loser’, zo had Smeets letterlijk opgetekend.

Van Gent vertelde later dat het dat eerste jaar sowieso sowieso niks kon worden bij Donar. Met de spelers die hij had aangetroffen in de Martinihal was geen land te bezeilen. ‘Het team dat er stond klopte van geen kant’, van de coach. ‘Er stond een center, een point-guard en voor de rest allemaal shooting forwards, van ook nog niet eens hoog niveau. Nee, dat kon nooit wat worden, dat had ik al meteen gezien.’

Van Gents voortdurende schimpscheuten hadden succes. Nadat hij voor de zoveelste maal had gedreigd te vertrekken, werd hem in het voorjaar van 1981 beloofd dat hij zijn eigen team mocht samenstellen, mits hij binnen het bestaande budget zou blijven. Dat was niet tegen dovemansoren gezegd.

Team om van te watertanden

De coach sloeg meteen aan het boetseren. De Groningse beloften Martin de Vries en John Franken, die net kwamen kijken, mochten blijven. Net als Hans van Rooden, die nooit moeilijk deed als hij op de bank moest beginnen. Uit de jeugd kwamen de piepjonge Appie van der Ark en Frankie Ardon over. En Van Gent scoutte zelf Ronald van den Bergh (Charlotte), Al Faber (Den Bosch), Jimmy Moore (Frisol) en Ron Kruidhof (Leiden).

Dat was al een team op van te watertanden, maar nog nét niet goed genoeg. Er miste nog een center/forward van formaat. Daarvoor had Van Gent David Lawrence op het oog. Van Gent had hem alleen 10.000 gulden meer beloofd dan Donar kon betalen, al werd daar later een mouw aangepast. Gelukkig maar, want Lawrence zou uitgroeien tot de ster van het team.

Mist u een speler? Dat kan kloppen. In het door Van Gent samengestelde team was geen plaats voor Stadjer Renso Zwiers, de blonde publiekslieveling die al sinds 1972 bij Donar had gespeeld. Hij moest in 1981 vertrekken. Zwiers noemde Van Gent een paar maanden voor zijn eigen overlijden in 2023 nog ‘één van de slechtste coaches die Donar ooit gehad heeft. Dat vond ik toen en dat vind ik nog steeds. Een waardeloze gast. Niet in staat om mensen te motiveren, niet geïnteresseerd in zijn spelers.’

Ook Mart Smeets, die destijds de programmaboekjes van Donar volschreef en in de Martinihal een graag geziene gast was, had niet veel op met Van Gent: ‘Ik had, in tegenstelling met zijn voorgangers en zijn opvolgers, geen relatie met Van Gent. Dat vond hij niet nodig en ik al helemáál niet.’

Zwiers’ generatiegenoot Al Faber was een andere mening toegedaan: ‘Van Gent kon de gevoelige snaren van zijn spelers raken. Net als Ton Boot was hij een coach die heel goed met topspelers kon werken.’

Hij kon uitdelen, maar ook incasseren

Niet dat Van Gent die positieve kritiek nodig had. Die kon met alle kritiek prima leven en haalde overal zijn schouders over op. Zoals hij kon uitdelen, kon hij zeker ook incasseren. ‘Zijn mening, prima’, vond Van Gent, die duidelijk was over het vertrek van Zwiers: ‘Renso was te goed voor de bank, maar te zwak om kampioen mee te worden.’ Zwiers in 2022: ‘Tja, wat kan ik zeggen? Een winnende coach heeft altijd gelijk. En hij was wél de eerste coach die kampioen werd met Donar…’

En winnen deden Van Gent en Donar in het seizoen 1981-1982. Menig speler sprak van het mooiste jaar uit z’n carrière. ‘Het beste jaar, de beste ploeg en de leukste sfeer’, vond Ron Kruidhof. En Al Faber: ‘Dit was de beste ploeg waarin ik ooit had gespeeld. Alle posities waren honderd procent dubbel bezet. We bleven bij iedere wissel gewoon even sterk.’

Een tweede plek in het reguliere seizoen was het gevolg, waarna het in de play-offs, thuis tegen Leiden, meteen faliekant dreigde mis te lopen. In de eigen Martinihal kregen de Groningen met 76-79 klop. Daar gáán we weer, was de algehele gedachte. Stranden in het zicht van de haven. Close but no cigar. ‘Ook ik zag het op dat moment absoluut niet meer zitten’, aldus Van Gent.

De moeder van de gebroeders Koeman

Een avond later stonden er opeens twee vrouwen voor zijn deur. ‘Eén daarvan was de moeder van de gebroeders Koeman’, volgens Van Gent, al werd die anekdote een paar jaar geleden door mevrouw Koeman zelf ontkend. Hoe dan ook: ‘Ik had niks te willen. Meekomen moest ik met die vrouwen, de stad in. Even de zinnen verzetten en de bloemetjes buiten zetten, om het drama Leiden weer snel te vergeten.’

Of het aan het avondje uit lag zal niemand ooit weten, maar Donar zetten Parker Leiden in de twee duels die volgden kinderlijk eenvoudig aan de kant. Daarna volgde een even historische als zinderende finaleserie tegen Nashua Den Bosch, waarin aanvankelijk steeds de uitploeg aan het langste eind trok en een zege boekte die nimmer grote was dan twee punten. Tot die 10de april 1982 dan.

 

 

Dat werd, met burgemeester Buiter, commissaris van de Koningin Vonhoff en VVD-prominent Kamminga op de eerste rij in de Martinihal, een apotheose om niet licht te vergeten. Met nog acht minuten op de klok was de stand 72-61 in het voordeel van de thuisploeg, die op dat moment echter plotseling last kreeg van acute faalangst. Niets lukte meer. Nog een geluk dat ook Jan Dekker namens Den Bosch in de slotseconde het vizier evenmin op scherp had staan: 79-78, Donar was kampioen!

Over geluk niet te klagen

Overigens meende Van Gent helemaal niet dat zijn Donar dat seizoen het beste materiaal had gehad van allemaal. Welnee, hij vond Leiden en Den Bosch eigenlijk beter. ‘Punt is dat wij over geluk niet te klagen hadden’, vond de kampioenscoach. ‘Bij Leiden liet de manager alles in het honderd lopen. Die vertelde middenin de play-offs doodleuk dat er een seizoen later een nieuwe coach en sponsor zouden komen. Daardoor brak daar de pleuris uit. En bij Den Bosch raakte sterkhouder Danny Cramer geblesseerd. Nee, het zat voor ons niet tegen toen.’

Van Gent verdween onmiddellijk na het binnenhalen van het kampioenschap overigens zowel letterlijk als figuurlijk via de zijdeur van de Martinihal. ‘Ik zou al vertrekken bij Donar, maar na die titel riep iedereen ineens dat ik moest blijven’, aldus de coach. ‘Maar dat kón helemaal niet, want Donar had Bill Sheridan al vastgelegd. Dat wist niemand, maar ik wel.’

Maar zichzelf op de borst kloppen als kampioenenmaker? Integendeel. De coach liet zich opnieuw van zijn meest bescheiden kant zien. ‘Van winnende coaches die alle lof opstrijken, zakt mijn broek altijd af’, zei hij. ‘Het zijn de spelers die het doen. Kun je een beetje coachen en heb je de beste spelers, dan win je. Simpel.’

‘Boot en Sheridan waren veel betere coaches’

Maarten van Gent, die door sommigen wel werd verweten nogal vol van zichzelf te zijn, had er ook nooit enige moeite mee om te bekennen dat meerdere van zijn collega’s beter waren dan hij. Oud-Donar-coaches Bill Sheridan en Ton Boot bijvoorbeeld.

‘Dat zijn toch veel betere coaches dan ik? Die twee waren ook helemaal maf van basketbal, die waren er 24/7 mee bezig. Ik niet. Als het seizoen was afgelopen, dan ging ik naar mijn bootje toe, lekker zeilen, en ik zei: ‘De groeten!’ Ik had ook nooit zin in wéér een nieuw seizoen. Ik moest altijd weer helemaal op gang komen.’

‘Zolang ik leef mag je me altijd bellen over Donar’, zegt Van Gent in het boek Game Changers (2022). ‘En ik hoop nog heel lang te leven.’ Afgelopen maandag was het toch nog sneller dan verwacht voorbij. Maarten van Gent werd 78 jaar.

 

Deze necrologie verscheen eerder op RTV Noord.

Scroll naar boven