Ga naar hoofdinhoud
Est. JUNI 2015

Bestaan domme vragen dan toch?

Poe. De rust lijkt weer een beetje te zijn weergekeerd. De rust na de vraag, bedoel ik. Dinsdagavond, even voor half acht, werd ie gesteld. Aan premier Mark Rutte.

‘Meneer Rutte’, zei de vragensteller, die werd aangekondigd als NOS, op ietwat verontwaardigde en verongelijkte toon: ‘Al weken zegt u dat Nederland zich voorbeeldig gedraagt, en wat krijgen mensen ervoor terug? Nog eens drie weken verlenging. Hoe rijmt u dat met elkaar?

Naast mij op de bank verslikte iemand zich in d’r koffie. Die vlekken krijgen we er nooit meer uit. En ook op Twitter ging het los. Wie die druiloor, die flapdrol, die pannenkoek (en dat waren nog een paar van de netste benamingen die de vragensteller naar het hoofd kreeg geslingerd) wel niet was, wilde men weten. Wat een minkukel! Om je dood te schamen! Wat een minachting voor de kijkers! ‘Met anderhalve kilometer afstand de meest stompzinnige vraag ooit!’ Met overslaande Twitter-stem eiste men z’n perskaart, z’n ontslag op staande voet, z’n scalp.

Dit artikel lees je gratis. Als het bevalt kun je onderaan een kleine bijdrage doen, zodat ik dit soort artikelen kan blijven schrijven

Zelfs Claudia de Breij liet zich niet onbetuigd. Ze sprak cynisch van die ‘diamond aan de kroon van de NOS’, en dacht Martijn Bink herkend te hebben. Die haastte zich op zijn beurt razendsnel te zeggen dat hij ’t in ieder geval niet was geweest. Heel collegiaal verklapte Bink nog maar niet dat het Albert Bos was geweest die de vraag had gesteld.

Terwijl naast me op de bank werd gepoogd om ’t voorheen nog smetteloze bloesje van enkele koffievlekken te ontdoen, deed ik manmoedige pogingen om m’n vakgenoot te verdedigen. Dat de vragensteller hiermee vast en zeker de onderbuik van een zeker volksdeel probeerde te verwoorden, bracht ik in. Dat je je als journalist soms wat onwetender voordoet dan je bent, probeerde ik. Dat je je vraag soms wat botter aankleedt dan nodig, om maar een reactie te ontlokken, wierp ik op.

Een schampere blik en hoongelach was mijn deel.

Moet gezegd: premier Rutte hield zich kranig na het horen van de vraag. ‘Het virus, het virus’, prevelde hij, terwijl je ‘m zag denken: ‘Domme vragen bestaan niet, hebben ze me geleerd.’

Hoe anders was dat een kleine 25 jaar geleden, toen ik na afloop van Ajax-NAC naast VI-collega Ted van Leeuwen stond.  Ted had aan Louis van Gaal, de coach van de thuisclub, zojuist een tamelijk onschuldige vraag gesteld. De repliek van Van Gaal mocht er zijn – en wordt door half Nederland nóg regelmatig geciteerd: ‘BEN IK NOU ZO SLIM, OF BEN JIJ ZO DOM?!’

Met Ted van Leeuwen is het – zij het niet in de journalistiek – trouwens meer dan goed gekomen. Zoals het straks ook voor Albert Bos allemaal best zal loslopen. Al ben ik wel héél benieuwd naar z’n eerstvolgende vraag. •

Waardeer dit artikel!

Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten zien door een kleine bijdrage te doen. Reuze makkelijk, via bijvoorbeeld iDEAL. Bedankt alvast!

Mijn gekozen waardering € -
Scroll naar boven